Hofvijver bij avond
Het water in de vijver weerspiegelt
in golven het lamplicht waar de minister-president in zit
en de oude maan
en de wolken waar het sombere oranje in blijft hangen
dat als een damp uit de hele omgeving komt
het gesprek dat u en mij hier heeft gebracht
valt stil
en het verkeer om ons heen is aan het ruisen:
een zwakke maar stage wind die door de bomen waait
alsof we nog aan een meer in de duinen stonden:
een slap applaus dat wordt weerkaatst door de coulissen
alsof we nog naar de garderobe van een schouwburg gingen
en in dit stille lawaai staren we, en proberen
de dure armoe van de ministeries uit de achtergrond
weg te denken.
Hofvijfer by night
The water in the ornamental pond reflects
in ripples the lamplight in which the prime minister sits
and the old moon
and the clouds transfused with gloomy orange
rising as a haze out of everything around
the conversation that has brought you and me here
falls silent
and the noise of the traffic goes on:
a light but steady wind blowing through the trees
as if we were still standing by a lake in the dunes:
a limp applause that is echoed by the corps
as if gentlemen ushers still showed us to our audience
and in this silent pomp we gaze, and attempt
to imagine the expensive poverty of the state departments
out of the background.
Martin Reints
in golven het lamplicht waar de minister-president in zit
en de oude maan
en de wolken waar het sombere oranje in blijft hangen
dat als een damp uit de hele omgeving komt
het gesprek dat u en mij hier heeft gebracht
valt stil
en het verkeer om ons heen is aan het ruisen:
een zwakke maar stage wind die door de bomen waait
alsof we nog aan een meer in de duinen stonden:
een slap applaus dat wordt weerkaatst door de coulissen
alsof we nog naar de garderobe van een schouwburg gingen
en in dit stille lawaai staren we, en proberen
de dure armoe van de ministeries uit de achtergrond
weg te denken.
Hofvijfer by night
The water in the ornamental pond reflects
in ripples the lamplight in which the prime minister sits
and the old moon
and the clouds transfused with gloomy orange
rising as a haze out of everything around
the conversation that has brought you and me here
falls silent
and the noise of the traffic goes on:
a light but steady wind blowing through the trees
as if we were still standing by a lake in the dunes:
a limp applause that is echoed by the corps
as if gentlemen ushers still showed us to our audience
and in this silent pomp we gaze, and attempt
to imagine the expensive poverty of the state departments
out of the background.
Martin Reints
Ook de vissen
Zou je de Haagse Hofvijver overeind zetten
rechtstandig als een majestueuze wand van water
om het licht de diepte te laten doorstralen
om de stad een doorzichtige spiegel te bieden
een oudgouden glans zou over de huizen strijken
en iemand roept als eerste ‘kijk’ en wijst
toeterend komt het hele verkeer tot stilstand
abrupt worden alle vergaderingen opgeschort
en de straten vullen zich met ogen en geroezemoes
een vorstelijk banket, jagers in een herfstbos
zegels en paperassen, gesluierde naakte vrouwen
iedereen ziet in de vijverwand iets anders
maar allemaal blikken ze diep in de tijd terug
En eindelijk kunnen de hofvissen ook eens
over de schubbenhuid van de daken uitkijken
naar de glinsterende torens en ijspaleizen
de bomen bij de duinen, het gele strandzand
‘kijk,’ stoten de vissen elkaar aan, ‘dat zilvergrijze
dat schitterende schuimende, woelende weidse
dat zich daar uitstrekt tot aan de einder en verder
dat is nou de zee, ja dat daar is de zee’
K. Michel
---------
Legende (Hofvijver)
Het donker wiegelt. Uit de langspeelplaat
van de Hofvijver weken zich de eerste
nog trage daggeluiden los. Er is een
staag gezoem, een onderaards rumoeren:
reeds zingt het zonnewater in de koperen
ketels van de nacht.
- Mussen sissen in een schel
gefluit van klaksons en sirenes stijgt
de dag in stoom- na stoomwolk op. Nu rijzen
façades grijs en legendarisch uit
hun as en staan ineens met raam naast raam
het heden vast te leggen in de staal-
gravures van 't verleden.
- De vijverplaat speelt een muziekje van
Rameau. Gebaarde mannen, meeuwen, autoos
haasten voorbij als schimmen, maar
de vrouwen zitten wijs en hiëratisch
te zitten, te luisteren. Statig en waakzaam, haar ogen
groot, babylonisch: serene priesteressen van
de oude vijver waaruit elke dag
Den Haag opnieuw geboren wordt.
Paul Rodenko
-----
In inktzwart water
schrijden majestueus twee zwanen
schrijven in hagelwitte sierlijke
letters over eeuwige trouw en vurige liefde.
Walter Palm
--
B R O O D J E K A A S
geen monster van Loch Ness dat nooit is gezien
geen verraderlijke riffen van burgerlijk koraal
in de lunchpauzes van de macht
at Van Agt zijn broodje kaas
staarde Den Uyl oeverloos over het water
stak Jantje des 's Gravenzoon
stiekem zijn middelvinger op naar Kok
geen oorlogsboten zijn hier getorpedeerd
geen felle misthoorn schalde over het water
slechts Marcus Bakker's Waarheid
van om het hoekje kijkt vadertje Drees uit
over een vlek van Indonesisch bloed
hier vierde de geschiedenis pauze
met een broodtrommeltje op schoot
na een thermoskan vol dampende koffie
is het goed besluiten nemen
geen visquota zijn hier overschreden
geen elfstedentocht werd hier ooit gereden
ik zat hier regelmatig te wachten tot
het sonnetje zou ondergaan in de Hofvijver
voor een dichter het mooiste wat er is
maar nog veel mooier was
de novembernacht dat ik jou hervond
in mijn armen
en kuste je
kuste je
kuste je
op de hoek van de Kneuterdijk
zonder lunchpauze
en nam je
nam je
nam je
mee naar huis voorgoed
waar ik je wekte met
Luns op bed
Harry Zevenbergen
rechtstandig als een majestueuze wand van water
om het licht de diepte te laten doorstralen
om de stad een doorzichtige spiegel te bieden
een oudgouden glans zou over de huizen strijken
en iemand roept als eerste ‘kijk’ en wijst
toeterend komt het hele verkeer tot stilstand
abrupt worden alle vergaderingen opgeschort
en de straten vullen zich met ogen en geroezemoes
een vorstelijk banket, jagers in een herfstbos
zegels en paperassen, gesluierde naakte vrouwen
iedereen ziet in de vijverwand iets anders
maar allemaal blikken ze diep in de tijd terug
En eindelijk kunnen de hofvissen ook eens
over de schubbenhuid van de daken uitkijken
naar de glinsterende torens en ijspaleizen
de bomen bij de duinen, het gele strandzand
‘kijk,’ stoten de vissen elkaar aan, ‘dat zilvergrijze
dat schitterende schuimende, woelende weidse
dat zich daar uitstrekt tot aan de einder en verder
dat is nou de zee, ja dat daar is de zee’
K. Michel
---------
Legende (Hofvijver)
Het donker wiegelt. Uit de langspeelplaat
van de Hofvijver weken zich de eerste
nog trage daggeluiden los. Er is een
staag gezoem, een onderaards rumoeren:
reeds zingt het zonnewater in de koperen
ketels van de nacht.
- Mussen sissen in een schel
gefluit van klaksons en sirenes stijgt
de dag in stoom- na stoomwolk op. Nu rijzen
façades grijs en legendarisch uit
hun as en staan ineens met raam naast raam
het heden vast te leggen in de staal-
gravures van 't verleden.
- De vijverplaat speelt een muziekje van
Rameau. Gebaarde mannen, meeuwen, autoos
haasten voorbij als schimmen, maar
de vrouwen zitten wijs en hiëratisch
te zitten, te luisteren. Statig en waakzaam, haar ogen
groot, babylonisch: serene priesteressen van
de oude vijver waaruit elke dag
Den Haag opnieuw geboren wordt.
Paul Rodenko
-----
In inktzwart water
schrijden majestueus twee zwanen
schrijven in hagelwitte sierlijke
letters over eeuwige trouw en vurige liefde.
Walter Palm
--
B R O O D J E K A A S
geen monster van Loch Ness dat nooit is gezien
geen verraderlijke riffen van burgerlijk koraal
in de lunchpauzes van de macht
at Van Agt zijn broodje kaas
staarde Den Uyl oeverloos over het water
stak Jantje des 's Gravenzoon
stiekem zijn middelvinger op naar Kok
geen oorlogsboten zijn hier getorpedeerd
geen felle misthoorn schalde over het water
slechts Marcus Bakker's Waarheid
van om het hoekje kijkt vadertje Drees uit
over een vlek van Indonesisch bloed
hier vierde de geschiedenis pauze
met een broodtrommeltje op schoot
na een thermoskan vol dampende koffie
is het goed besluiten nemen
geen visquota zijn hier overschreden
geen elfstedentocht werd hier ooit gereden
ik zat hier regelmatig te wachten tot
het sonnetje zou ondergaan in de Hofvijver
voor een dichter het mooiste wat er is
maar nog veel mooier was
de novembernacht dat ik jou hervond
in mijn armen
en kuste je
kuste je
kuste je
op de hoek van de Kneuterdijk
zonder lunchpauze
en nam je
nam je
nam je
mee naar huis voorgoed
waar ik je wekte met
Luns op bed
Harry Zevenbergen
Uw hofvijver
Al de eeuwen dat ik bij u ben
Beken ik, ik heb u lief.
Mijn water was voor u verkoeling
en menigmaal leesplezier.
Tegen mijn oevers hoorde ik
geruchten klotsen.
Zag vele tranen in nevelflarden
van de hoge watertoren,.
Vele vogels droogden hun veren
op het eilandje van rust.
Waterplanten groeten vrolijk de vissen
op alle uren van de dag.
De bomen weerspiegelen zich
en gaven hun bladeren
in een mozaïek van kleuren.
Zowel de zon als de maan
gaven herinneringen aan mijn
kabbelende gang van herhalen.
Zwanen braken mijn oppervlak
met hun geheimen in stukken.
Ik was de drager van een huwelijksboot
zacht gewiegd door de vader van de bruid.
- een gondelier op de hofvijver -
de bruid een toverfee
de bruidegom haar overwinnaar.
De eeuwen doorgronden de vele
bestuurders
die hun ogen op mij lieten rusten,
hun wetten bekrachtigend in
omliggende huizen.
Zij dit dit wilden gaf ik troost,
Kracht om lief te hebben.
De eeuwen dat ik bij u ben
Was ik herkenning - troost - rust
Albert in 't Veld
Beken ik, ik heb u lief.
Mijn water was voor u verkoeling
en menigmaal leesplezier.
Tegen mijn oevers hoorde ik
geruchten klotsen.
Zag vele tranen in nevelflarden
van de hoge watertoren,.
Vele vogels droogden hun veren
op het eilandje van rust.
Waterplanten groeten vrolijk de vissen
op alle uren van de dag.
De bomen weerspiegelen zich
en gaven hun bladeren
in een mozaïek van kleuren.
Zowel de zon als de maan
gaven herinneringen aan mijn
kabbelende gang van herhalen.
Zwanen braken mijn oppervlak
met hun geheimen in stukken.
Ik was de drager van een huwelijksboot
zacht gewiegd door de vader van de bruid.
- een gondelier op de hofvijver -
de bruid een toverfee
de bruidegom haar overwinnaar.
De eeuwen doorgronden de vele
bestuurders
die hun ogen op mij lieten rusten,
hun wetten bekrachtigend in
omliggende huizen.
Zij dit dit wilden gaf ik troost,
Kracht om lief te hebben.
De eeuwen dat ik bij u ben
Was ik herkenning - troost - rust
Albert in 't Veld
Bezoek aan Den Haag
wat mij verontrust
is niet dat het regent
maar wel dat de regen
verzuipt in de putten
het water terechtkomt
de beek bij de bioscoop
onder de grond duikt
en niet meer te volgen
is enkel weer bovenkomt
bij het noordeinde
de hofvijver voedt
en langzaam verdampt
en over de stad kruipt
mismaakt wordt
wat mij uitermate
verontrust is de regen
(ik stampvoet op straat)
(men denkt dat ik gek ben)
Theo van de Wetering
In maart
in maart zie je ze
allemaal stekelbaasjes
bij de hofvijver
Abel Staring
is niet dat het regent
maar wel dat de regen
verzuipt in de putten
het water terechtkomt
de beek bij de bioscoop
onder de grond duikt
en niet meer te volgen
is enkel weer bovenkomt
bij het noordeinde
de hofvijver voedt
en langzaam verdampt
en over de stad kruipt
mismaakt wordt
wat mij uitermate
verontrust is de regen
(ik stampvoet op straat)
(men denkt dat ik gek ben)
Theo van de Wetering
In maart
in maart zie je ze
allemaal stekelbaasjes
bij de hofvijver
Abel Staring
Klik hier om te bewerken.
OOGOPSLAG
In de kom van de stad
ligt een oog. De hoflijke huizen
zijn lonkende wimpers
Als ik dat oog was zou ik ook
zo kijken zo intens diep en
niets verliezend.
De man in het bootje zegt dat
als je strak in de vijver tuurt
hij zijn geheimen verklapt.
Ik buig me voorover.
Met plofjes schuift
de diepte uiteen.
Drie koningen komen op Harley Davidsons
en ze kijken er ook naar.
Tijd draagt andermans kleren.
Prins Maurits schaakt een dame.
Is 't niet Máxima? Haar haren wapperen
in het vierspan zwart als de val waarin ze lopen.
Uit alle gaten duiken soldaten op.
Zetten de wereld op z'n kop. Oef!
Met een knal klap de diepte weer dicht.
De vijver is een parel
in de mossel van de stad.
Fluister ik.
Nu wordt mijn eigen gezicht
verdubbeld en langzaam uitgewist.
Alleen mijn naam nog
op een boodschappenlijstje
of een kaart met stadsgezicht.
Jana Beranová
VOOR WIE HIER NIET GELOPEN HEEFT
VOOR WIE HIER NIET GEKEKEN HEEFT
ZO STIL de liefste liefde
het pad
de boom
het gazon
de vijver
het blad
ZO STIL de zwaan het water lichter
het eiland
de kus
het boek
de glimlach
het huis
ZO STIL de snavel inschiet op de vis
ZO STIL de dood hier wachten laat
zo het was
zo het is
Johan van den Berg
Hofvijver
Vissen
dartelen
hun vinnend
spel
in mijn nek
ademen
de eeuwen geleden
gemartelden
op de banken
spelen de geliefden
hun liefdesspel
in 't torentje
torent hoog
neerlands kok
zijn recepten
niet altijd verteerbaar
zijn kwartje
van eeuwge duur
gelijk Gods woord
de vissen
zwemmen aldoor
voor hen geen
referendum
geen motie
vlinders fladderen
over het
wateroppervlak
ze slaan hun
vleugels uit
als ware
de Hofvijver
het enige
Paradijs
Chris de Boer
tiramisu in de trêveszaal - een toetje om je vingers bij af te likken
zij zaten voortijdig
aan het nagerecht
waarin nu
vers gesneden
van elk
een lange vinger
Max Lerou
In de kom van de stad
ligt een oog. De hoflijke huizen
zijn lonkende wimpers
Als ik dat oog was zou ik ook
zo kijken zo intens diep en
niets verliezend.
De man in het bootje zegt dat
als je strak in de vijver tuurt
hij zijn geheimen verklapt.
Ik buig me voorover.
Met plofjes schuift
de diepte uiteen.
Drie koningen komen op Harley Davidsons
en ze kijken er ook naar.
Tijd draagt andermans kleren.
Prins Maurits schaakt een dame.
Is 't niet Máxima? Haar haren wapperen
in het vierspan zwart als de val waarin ze lopen.
Uit alle gaten duiken soldaten op.
Zetten de wereld op z'n kop. Oef!
Met een knal klap de diepte weer dicht.
De vijver is een parel
in de mossel van de stad.
Fluister ik.
Nu wordt mijn eigen gezicht
verdubbeld en langzaam uitgewist.
Alleen mijn naam nog
op een boodschappenlijstje
of een kaart met stadsgezicht.
Jana Beranová
VOOR WIE HIER NIET GELOPEN HEEFT
VOOR WIE HIER NIET GEKEKEN HEEFT
ZO STIL de liefste liefde
het pad
de boom
het gazon
de vijver
het blad
ZO STIL de zwaan het water lichter
het eiland
de kus
het boek
de glimlach
het huis
ZO STIL de snavel inschiet op de vis
ZO STIL de dood hier wachten laat
zo het was
zo het is
Johan van den Berg
Hofvijver
Vissen
dartelen
hun vinnend
spel
in mijn nek
ademen
de eeuwen geleden
gemartelden
op de banken
spelen de geliefden
hun liefdesspel
in 't torentje
torent hoog
neerlands kok
zijn recepten
niet altijd verteerbaar
zijn kwartje
van eeuwge duur
gelijk Gods woord
de vissen
zwemmen aldoor
voor hen geen
referendum
geen motie
vlinders fladderen
over het
wateroppervlak
ze slaan hun
vleugels uit
als ware
de Hofvijver
het enige
Paradijs
Chris de Boer
tiramisu in de trêveszaal - een toetje om je vingers bij af te likken
zij zaten voortijdig
aan het nagerecht
waarin nu
vers gesneden
van elk
een lange vinger
Max Lerou